De oneindige gave te mogen werken in hechte eenheid met Jezus.

Nog steeds in mijn armzalige toestand, zag ik mijn gezegende Jezus; en het leek alsof Hij Zichzelf totaal transformeerde in mij, zodat ik, als ik ademde, Zijn adem in de mijne voelde; als ik een arm bewoog, voelde ik Zijn beweging in de mijne; en zo ging het met alles. En terwijl hij dit deed, zei Hij me: “Mijn lieve dochter, zie je hoe hecht onze eenheid van leven is. Zo wens Ik jou heel intiem verenigd met Mij. Maar denk niet dat je dit alleen moet doen wanneer je bidt of wanneer je lijdt; nee, liever nog altijd, altijd. Als je beweegt, als je ademt, als je werkt, als je eet, als je slaapt, je moet alles doen alsof je het deed in Mijn Mensheid, alsof al je acten voortkomen uit Mij.

Dus, niets moet het jouwe zijn. Eerder moet alles slechts in jou zijn als in een dop. En als deze dop van jouw act wordt open gemaakt, moet daarin de vrucht van de Goddelijke Act gevonden worden. Je moet alles doen op deze manier, ten behoeve van alle schepselen, alsof Mijn Levende Mensheid te midden van alle schepselen is. Door alles te doen met de bedoeling leven van Mij te ontvangen, zelfs de meest onbelangrijke en kleine handelingen, zul je de verdienste van Mijn Mensheid krijgen. Ik, zowel mens als God, bevat alles in Mij zelf; d.w.z. in Mijn adem bevat Ik de adem van iedereen, Mijn beweging houdt de bewegingen van iedereen in, Mijn denken de gedachten van iedereen; en daarom vergoddelijk en heilig Ik alles. Als jij nu in alles handelt met de bedoeling en de instelling je acten van Mij te ontvangen, ga ook jij alle schepselen in jezelf omvatten en bevatten. En je act zal verspreid worden voor het heil van iedereen. Dan zal Ik alles van jou aannemen, ondanks het feit dat al de anderen Mij niets geven.” Toen Hij dit gezegd had verdween Hij. Ik zou liever hebben willen zwijgen over al deze dingen, omdat ik niet weet hoe ze helder duidelijk te maken, omdat ze zo intiem zijn. Maar moge alles zijn voor de glorie van God.